| |||||||||||
Het basisidee van de nieuwe gaatjespotten is het combineren van de voordelen van vollegronds- en containerteelt. Een van de belangrijke voordelen die Ubbo Kruse ziet, is de afname van het gewicht van het kant-en-klare product. Veel van de producten die Kruse kweekt, zijn bestemd voor de Russische markt en overige Oost-Europese markten. Transport is daarbij een belangrijke kostenpost. Met de nieuwe teeltmethode kun je significant meer producten in een lading kwijt, omdat je in plaats van zware grond nu veel lichter substraat aan het vervoeren bent. Ubbo Kruse wijst op een perceel Thuja: 'Als ik dat op de traditionele manier kweek, vervoer ik 14.000 euro in één lading. Met de gaatjespotten stijgt dat naar 20.000 tot 25.000 euro; tot 10.000 euro meer dus.' Een lager gewicht is niet het enige voordeel dat Kruse ziet. Het product zou beter groeien dan in de volle grond of in een containerveld. In het voorjaar heeft een plant er voordeel van om op een containerveld te staan, omdat hij dan sneller kan opwarmen dan een plant in de volle grond. Mede om die reden worden de potten niet meteen na het oppotten ingegraven, maar wordt daar even mee gewacht. Voor Kruse is dat ook een voordeel met het oog op zijn werkdruk. Zijn de planten eenmaal opgepot, dan mag het best nog een paar weken of zelfs maanden duren voordat ze echt worden ingegraven. Vaak plaatst Kruse de planten eerst op een grasveld. Het gras zorgt dan voor een beetje schaduw op de potten. Na een of twee maanden worden ze dan ingegraven.
Ingraven is natuurlijk niet het juiste woord. Kruse beschikt sinds kort over een boormachine die afkomstig is van het Nederlandse mechanisatiebedrijf Lommers. Deze machine kan ongeveer 11.000 gaten per dag boren. Als Kruse mij later de boormachine in zijn schuur laat zien, weet hij er enigszins zuur bij te melden dat deze ruim 20.000 euro heeft gekost. Pal daarnaast staat een oude, bijna versleten machine die gebruikt werd om heide te planten. Ook deze machine boort gaten. Hij heeft echter geen 20.000 euro gekost, maar als tweedehandsje slecht 500 euro. Kruse gaat deze tweede machine opknappen, zodat hij deze ook kan inzetten. Op dit moment werkt Kruse met twee verschillende potmaten, van 10 en van 15 liter. Bij de Italiaanse leverancier Idel zijn inmiddels ook nog wat andere potmaten beschikbaar. Tot spijt van Kruse zitten daar nog geen echt grote maten bij overigens. De kweker doet op een klein stukje grond proeven met grotere potmaten. Deze potten moet hij dan zelf voorbewerken door er met een boormachine gaatjes in te boren. Volgens Kruse is het belangrijk dat de gaatjes in de pot niet te groot zijn; twee millimeter doorsnee zou een goede grootte zijn. De wortels kunnen hier probleemloos doorheen, maar snoeren zichzelf af als ze verder groeien. Dat is een goede zaak, omdat het daardoor makkelijk is de wortels weer af te snijden of te steken op de wand van de pot, nadat de planten zijn opgerooid.
Naast een betere groei en een lager gewicht kan Ubbo Kruse probleemloos nog een aantal voordelen opsommen. Een daarvan is dat planten die in de volle grond staan veel beter beschermd zijn tegen extreem winterweer dan planten op een containerveld. Kruse: 'Wij hadden een aantal tunnelkassen die versleten waren of door de laatste storm beschadigd. Door het nieuwe gaatjespottensysteem is het niet nodig deze te herstellen of te herbouwen. De tunnels worden nu omgebouwd tot containerveld.' Voor planten als Magnolia, met vorstgevoelige vlezige wortels, is volle grond wat dat betreft een belangrijk voordeel. Deze planten kunnen zonder bescherming niet buiten overwinteren, zeker niet in Bad Zwischenahn, maar moeten dat doen in een tunnelkas of onder vliesdoek. Snelheid Een voordeel dat vader en zoon Gert en Ubbo Kruse natuurlijk wel kwijtraken, is de mogelijkheid om snel planten uit elkaar te zetten en te verplaatsen. Het oprooien van potten uit de volle grond kost meer tijd dan op een containerbed. Kruse laat mij zien hoe hij een plant oprooit. Met een normale spade steekt hij rondom de pot. De pot wordt dan compleet met uitstekende wortels en aanhangende grond naar de loods gebracht en daar pas schoongemaakt. Kruse ziet dat als een voordeel. Het overpotten of van een gaaslap voorzien hoeft niet, zoals in de normale vollegrondsteelt, voorovergebogen op het veld te gebeuren, maar kan nu veel makkelijker op werkhoogte in de loods gedaan worden. De gaatjespotten blijven in alle gevallen op het bedrijf en de klant krijgt naar keuze een schone pot of een gaaslap om de wortels van zijn planten. De reden dat de gaatjespotten op het bedrijf blijven, is dat ze erg duur zijn. De potten worden daarom drie of vier keer hergebruikt. Over de herkomst van de potten houdt de kweker me in het duister, maar een beetje recherche laat zien dat het een Italiaans concept is. Helemaal nieuw zijn de potten overigens niet: ze zouden al gebruikt worden in andere teelten, zoals de teelt van kerstbomen. Volgens Kruse zijn de potten met prijs van één euro per stuk duur. Heel duur zelfs. Dat zou komen doordat de gaatjes er na de productie van de pot in worden gemaakt. Volgens Ubbo Kruse is het belangrijk dat deze erin worden geboord en niet gestanst. Bij stansen krijg je afgeronde gaten in de potwand; bij boren hou je scherpe gaten. Levering van de potten zou overigens niet makkelijk zijn. De productiecapaciteit is tot nu toe nog heel klein, omdat de potten stuk voor stuk doorboord moeten worden. Daarom is de levertijd nu nog enige maanden. Verder is het sortiment zoals gezegd erg klein: tien en vijftien liter. Voor een experiment met grotere potmaten heeft Kruse zelf de boormachine ter hand genomen en gaten in de potwanden geboord.
Zou elke willekeurige vollegrondskweker deze manier van telen kunnen omarmen? Nee, aldus de kweker. Belangrijk is dat je goed drainerende grond hebt en voldoende water kunt brengen. Kruse heeft wat dat betreft het voordeel dat hij een perceel uit één stuk heeft en geen versnipperde stukjes grond. Zeker in het begin van de teelt hebben planten in gaatjespotten evenveel water nodig als op een containerbed. Later, als de wortels door de gaatjes gegroeid zijn, wordt dat minder en is de plant in staat zichzelf van water en extra voedingsstoffen te voorzien. Kruse toont mij een grote vijver die hij heeft aangelegd. Omdat hij in het begin van het seizoen extra water moet kunnen geven, heeft hij de capaciteit van zijn wateropslag uitgebreid. De tweede vijver heeft hij via een pijpensysteem met het hoofdbassin verbonden. Van daaruit wordt beregend. Leergeld Ik rijd met Kruse door de kwekerij en passeer een perceel dat net is opgerooid, goed te herkennen aan de half dichtgeregende plantgaten. 'Leergeld', roept Kruse als hij naar de gaten wijst. Het uitspoelen van meststoffen uit de gaatjespotten gaat wezenlijk langzamer dan op een containerveld. Als je beide teelten qua bemesting exact hetzelfde behandelt, kan het gebeuren dat de planten in gaatjespotten kapotgaan door een teveel aan bemesting. Kruse ziet dit gevaar inmiddels als een extra voordeel van zijn methode. Niet alleen kan hij met de gaatjespotten eenvoudigere en dus goedkopere meststoffen gebruiken dan op het containerveld, ook zou hij beduidend minder meststoffen nodig hebben, wat de teelt uit het oogpunt van duurzaamheid aantrekkelijker zou maken. Chinezen Kruse is redelijk open over zijn teelt en heeft mij met alle traditionele Duitse Höflichkeit, inclusief Kaffee und Kuchen, op zijn kwekerij ontvangen. Dat wil niet zeggen dat hij alles vertelt. Hij weet dat het belangrijk is dat zijn teeltmethode breder bekend wordt gemaakt, maar wil wel graag zo lang mogelijk profiteren van de voorsprong die hij heeft opgebouwd. Over de precieze bemesting en de samenstelling van de substraten wil hij daarom niets kwijt. Wij hebben leergeld betaald, aldus Kruse. Dat mogen andere kwekers nu ook doen. Veel navolging heeft Kruse op dit moment overigens nog niet. Hij verklaart dat door de wat conservatieve Duitse mentaliteit: 'Ik durf dit een Duitser allemaal wel te vertellen. Bij een Nederlander moet je oppassen. Die zijn nog sneller dan een Chinees met het kopiëren van nieuwe methodes.'
Vader Gerhard Kruse (65 jaar) is nog wel werkzaam binnen het bedrijf. Het bedrijf kweekt op een totaal oppervlak van 6- hectare een breed sortiment struiken, zoals Magnolia, sering, maar ook Taxus en Thuja. Op kleine schaal wordt daarnaast nog een klein sortiment laanbomen gekweekt. De innovatie met de gaatjespotten heeft ertoe geleid dat het bedrijf zowel in 2013 als in 2014 genomineerd werd als kanshebber voor de Taspo-award 'Kwekerij van het jaar'. Demodag Easiroot Vakblad Boom In Business organiseert met de partners Lommers Tuinbouwmachines, BVB Substrates, Onderzoeks- en adviesbedrijf DLV, en Van Krimpen een compacte studie- annex demodag waarin de mogelijkheden van deze methode worden gedemonstreerd, besproken en bediscussieerd. Mogelijk is hierbij ook de Duitse kweker Ubbo Kruse aanwezig. De Demodag Gaatjespotten zal worden gehouden op maandag 13 juli van 14 tot 16.00 uur bij Gebr. Van Oirschot in Biezenmortel. Adres: Boomkwekerij Gebr. van Oirschot BV, Gommelsestraat 16, 5074 PC Biezenmortel. Deelname is gratis, maar aanmelden is wel aan te bevelen.
Easiroot Gaatjespotten DE gaatjespotten zijn afkomstig uit de kerstbomen teelt. Nordmann is een product dat moeilijk kluiten maakt en worden op die reden in deze potten geteeld. Als je op youtube zoekt naar Idel en Easiroot kun je zien dat in Bijvoorbeeld Schotland vele honderden hectares op deze manier worden. De Easiroot gaatjespot dwingt de plant om een compacte kluit te maken. Tegelijk is de plant wel in staat om een deel van zijn water en meststoffen uit de volle grond te halen. De Easiroot potten worden in Nederland gedistribueerd door Van Krimpen. Volgens directeur Ruud van Buggenum zijn de volgende potmaten inmiddels beschikbaar: 24x20 7,5 liter, 26x22 10 liter, 28x24 12 liter en 30x26 15 liter.
Tip de redactie |
|