Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Toekomstvisie 2030: Middelenarme teelt moet financieel aantrekkelijker worden voor telers

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Meike Wessels, maandag 7 juni 2021
218 sec


Voorjaarsbijeenkomst KNPV over Toekomstvisie gewasbescherming 2030

In 2030 moet de land- en tuinbouwsector een andere weg ingeslagen zijn, met meer duurzaam geproduceerde gewassen en minder chemische gewasbeschermingsmiddelen. Dat staat beschreven in de Toekomstvisie 2030. De door LNV opgestelde visie biedt kansen, maar er zijn ook hobbels. Tijdens de voorjaarsbijeenkomst van de Koninklijke Nederlandse Plantenziektekundige Vereniging (KNPV) bespraken leden en sprekers welke stappen al zijn gezet, wat er nog nodig is en hoe de sector dat in de praktijk kan bereiken.

Strokenteelt is een van de systemen die moeten bijdragen aan het halen van de doelen uit de Toekomstvisie 2030. Bij een dergelijke teeltwijze zijn meer natuurlijke vijanden te zien en wordt de biodiversiteit vergroot. Foto: ERF BV
Strokenteelt is een van de systemen die moeten bijdragen aan het halen van de doelen uit de Toekomstvisie 2030. Bij een dergelijke teeltwijze zijn meer natuurlijke vijanden te zien en wordt de biodiversiteit vergroot. Foto: ERF BV

Eind vorig jaar introduceerde het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid de Toekomstvisie gewasbescherming 2030 en het bijbehorende Uitvoeringsprogramma. Aanleiding van deze visie is de maatschappelijke en politieke zorg over de belasting van mens, dier en milieu door het gebruik van bepaalde gewasbeschermingsmiddelen in gewassen. Ook biodiversiteit en residuen in gewassen staan volop in de publieke aandacht.

Wachttijden

De huidige toelatingsbeoordelingen lijken die zorgen niet weg te nemen. Daarnaast leiden nieuwe wetenschappelijke inzichten over de effecten van werkzame stoffen op mens, dier en milieu tot strengere beoordelingseisen en verdwijnen conventionele middelen, omdat de toelating niet wordt verlengd. Ook lopen de wachttijden bij het College voor de toelating van gewasbescherming en biociden (Ctgb) behoorlijk op, waardoor het gewasbeschermingsmiddelenpakket van kwekers steeds kleiner wordt. Verschillende gewasbeschermingsproducenten en ZLTO pleiten daarom voor een vereenvoudigd proces voor groene middelen om toegelaten te worden. Er is kortom behoefte aan een transitie, waarbij niet gewasbeschermingsmiddelen, maar weerbare planten en teeltsystemen centraal staan.


Gemaaid gras op een perceel met strokenteelt wordt direct elders uitgestrooid. Foto: Fogelina Cuperus
Gemaaid gras op een perceel met strokenteelt wordt direct elders uitgestrooid. Foto: Fogelina Cuperus

Beprijzen milieuschade

Bijzonder aan de Toekomstvisie gewasbescherming is dat er voor het eerst in decennia een ngo als stakeholder aan mee schreef. Rob van Tilburg, directeur programma's van Natuur & Milieu, lichtte tijdens de online KNPV-bijeenkomst als eerste spreker de insteek van zijn organisatie toe. 'Onze inzet is dat er in 2030 vrijwel geen emissies meer voorkomen. Om dit te bereiken, moet het voor een teler financieel aantrekkelijker worden om over te schakelen op een middelenarme teelt. Stevig beprijzen naar rato van milieuschade is dus noodzakelijk. Ook moet bij toelatingen het voorzorgsbeginsel een zwaardere rol krijgen. De overheid zou hierbij de regie moeten pakken', aldus Van Tilburg. Uit een peiling onder de 110 deelnemers aan het webinar bleek dat 58 procent van hen beprijzen naar rato van milieuschade gewenst vindt.


Een meerderheid vindt beprijzen naar rato van milieuschade gewenst

Relatie biodiversiteit en afname bestrijdingsmiddelen

Ook stipt Van Tilburg aan dat de toelatingscondities verbeterd kunnen worden. 'We merken dat veel toelatingsprocedures zijn gericht op chemie, waardoor biologische middelen op achterstand staan. We moeten ons niet blindstaren op 2030, maar tussendoelen formuleren. Hierbij is een goede monitoringssystematiek van volume en residuen noodzakelijk in sectoren en regio's. Niet alleen van de middelen zelf, maar ook om te zien hoe de relatie tussen biodiversiteit en afname van bestrijdingsmiddelen zich ontwikkelt.'


Strokenteelt helpt op korte termijn

Een manier om op korte termijn bij te dragen aan het behalen van de doelen in 2030, is strokenteelt. Dit is een teeltsysteem dat gebruikmaakt van agrobiodiversiteit, waarbij wordt uitgegaan van een verhoogde gewasdiversiteit op perceelniveau. Dirk van Apeldoorn, docent-onderzoeker farming systems ecology aan de WUR, vertelt hoe deze manier van telen helpt om de biodiversiteit te vergroten. In dit weerbaardere teeltsysteem zijn meer natuurlijke vijanden te vinden die ziekten en plagen in gewassen kunnen controleren. Het systeem kent ook uitdagingen. 'Een belangrijke hobbel, die hopelijk in de komende jaren genomen kan worden, zijn de investeringen die boeren doen in landbouwmachines. Verder moet er vooral ook geïnvesteerd worden in kennis en kunde, vertrouwen in de groene vingers van de telers.'


Een proefperceel van WUR. Foto: ERF BV
Een proefperceel van WUR. Foto: ERF BV
Op de vraag waarom niet alle telers dit systeem hanteren, gezien de effectiviteit, antwoordt Van Apeldoorn: 'We zitten in een systeem waarbij alles gebaseerd is op grootschalige teelt en uniforme gewassen. Hoe grootschaliger, hoe aantrekkelijker. Boeren hebben geïnvesteerd in machines; dat is niet zomaar op te lossen. Daarom moeten we dat transitieproces aangaan en de boeren daarin zo veel mogelijk meenemen. We kunnen nu al beginnen; we hoeven niet te wachten tot we zeker weten hoe het moet.'

Het huidige systeem beloont grootschaligheid: hoe grootschaliger, hoe aantrekkelijker

Residu op buurplant niet te voorkomen

Een andere uitdaging is de aanwezigheid van residuen op buurplanten. 'Ja, dat is zeker een van de grote uitdagingen. Het is bijna niet te voorkomen. Maar ik zeg ook altijd: hoe we het nu doen, heeft ook een prijs. Het is onmogelijk om de huidige kwaliteit te leveren zonder de toepassing van conventionele gewasbeschermingsmiddelen. Residu blijft een probleem als we die kwaliteitseis hebben.' Uit een peiling onder de deelnemers bleek dat er volgens 79 procent niets terechtkomt van verbetering van de biodiversiteit in de akkerbouw zonder gewasdiversiteit.


Verdienvermogen ontbreekt

Ten slotte was het woord aan landbouweconoom Jan Buurma, die al meer dan veertig jaar onderzoek doet naar gewasbeschermingsmiddelen. Hij concludeert: 'We zijn toe aan een rigoureuze aanpak. Na dertig jaar is het gebruik van goedkope eenvoudige oplossingen voorbij.' Hij merkt op dat het onderwerp 'verdienvermogen' ontbreekt in het Uitvoeringsprogramma, terwijl een eerlijke beloning door ketenpartijen cruciaal is voor het verdienvermogen van ondernemers. Zo somde hij een aantal small wins op die een bijdrage kunnen leveren aan de beloning van de kweker: 'Groene middelen moeten sneller worden toegelaten, er moet een vergoeding komen voor natuurstroken, een heffing op grijs in plaats van groen, een garantiefonds voor weerbare pilots, bonussen voor duurzaamheidprestaties, een organischestofbalans en een gelijk speelveld voor buitenlands aanbod.' Hij komt tot de slotsom dat de handelsketen vanaf nu bij de transitie moet worden betrokken.


Natuurstroken tussen de gewassen bevorderen de biodiversiteit, ook in het midden van het perceel. Foto: Fogelina Cuperus
Natuurstroken tussen de gewassen bevorderen de biodiversiteit, ook in het midden van het perceel. Foto: Fogelina Cuperus

Rol overheid

Op de stelling of de verandering naar een weerbare teelt moet worden afgedwongen door de overheid, reageerden de deelnemers verdeeld. Van Apeldoorn (WUR): 'De overheid moet daar zeker een rol in spelen door te stimuleren. Stakeholders hebben een voortrekkersrol, maar kunnen niet zien wat er in de markt gebeurt. Dat moet worden overgelaten aan de groene vingers.' Van Tilburg (Natuur & Milieu): 'De overheid voert de regie, de teler kan binnen de context keuzes op maat maken. Het is de taak van de overheid om te beprijzen en te begrenzen; anders is het te vrijblijvend en halen we de doelen niet in 2030.'


'We zijn toe aan een rigoureuze aanpak. Na dertig jaar is het gebruik van goedkope eenvoudige oplossingen voorbij'

Een grote meerderheid van de deelnemers (88 procent) vindt publieksvoorlichting over resultaten van onderzoek naar en praktijkinvoering van duurzame gewasbeschermingsmethoden belangrijk. Op de vraag wie die rol op zich moet nemen, worden hoofdzakelijk supermarkten en brancheorganisaties genoemd.

KNPV

De KNPV verenigt groepen en personen die werken of studie verrichten binnen het plantenziektekundige vakgebied of daarvoor belangstelling hebben. Met ruim 600 leden bevordert de vereniging de samenwerking en de uitwisseling van kennis binnen de vereniging en daarbuiten. De KNPV bestaat 130 jaar en is daarmee de oudste plantenziektekundige vereniging ter wereld.

Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd.   LOGIN   of maak gratis een account aan.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie


ONDERDELEN
Archief
Dossiers
GIP
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER