Er is nog veel te leren in transitie naar minder veen, maar laten we vooral niet allemaal hetzelfde wiel uitvinden |
|
|
|
|
| 463 sec |
Ontwikkelingen in Engeland rondom peat free zijn wake up call voor Nederlandse boomteelt
Op 4 mei organiseerde vakblad Boom In Business in Haaren bij Boomkwekerij Joost Sterke een druk bezocht minicongres over Minder Veen. Wat blijkt: Er is nog veel te leren over de transitie naar hernieuwbare substraten, maar laten marktpartijen vooral de handen ineenslaan en de krachten bundelen. 'Als iedereen het eigen wiel uitvindt komen we niet verder'.
De bijeenkomst was aanvankelijk opgezet als een ronde tafel bijeenkomst met maximaal 15 deelnemers. Toen dit aantal al snel richting de 70 deelnemers ging werd de opgezet gewijzigd in een congres waarbij zes inleiders met verschillende achtergronden een zeepkistsessie mochten verzorgen van maximaal vijf minuten. Na iedere discussie volgde dan een korte discussieronde.
| Joost Sterke |
|
|
Joost Sterke: Ervaring met miscanthus als veenvervanger
Gastheer Joost Sterke vertelt over zijn ervaring met miscanthus als potentiële vervanger voor veen. Sterke heeft een bedrijf in Haaren met ongeveer 15 werknemers. Ongeveer zeven jaar geleden begonnen Joost en Anita Sterke met proeven te doen met miscanthus. In eerste instantie wilden ze het verbranden in een biomassa kachel om hun huis te verwarmen, maar begonnen zich zorgen te maken over de uitstoot van fijnstof. Daarom hebben ze de kachel nooit aangeschaft en begonnen ze miscanthus te gebruiken als alternatief voor schors op hun potten. De laatste twee jaar hebben ze experimenten uitgevoerd om te kijken hoeveel miscanthus ze veilig kunnen toevoegen aan de potgrond. Hierbij keken ze naar de gevolgen voor het water geven en het vasthouden van mest. Hiervoor heeft Joost vorig jaar een stagiaire van de HAS gehad en dit jaar weer een. Sterke levert nu miscanthus aan andere kwekers in big bags, in verschillende gradaties, inclusief de wortelstokken. Op dit moment mengen ze al 25% miscanthus door de potgrond, wat goed werkt voor hun landplanten. Deze hebben namelijk al een zandkluit, waardoor het totale percentage miscanthus in de pot op 25 tot 30% uitkomt.
| Chris Blok |
|
|
Chris Blok (WUR WAGENINGEN) Boomkwekers zullen eraan moeten wennen dat veen verdwijnt
Chris Blok is werkzaam bij de Wageningen Universiteit vanuit Bleiswijk: 'Ik doe al geruime tijd onderzoek naar groeimedia. Graag wil ik gelijk beginnen met het hoofdprobleem van ons onderzoek. De kern van de zaak is dat we fossiel veen uit natuurgebieden, gebruiken. Het probleem hierbij is niet zozeer dat we deze natuurgebieden aantasten, omdat in Nederland alleen verantwoord geproduceerd (RPP) veen wordt gebruikt, dat afkomstig is uit reeds aangetaste gebieden. Bovendien worden deze gebieden in een betere staat achtergelaten dan dat ze worden aangetroffen. De kern van het probleem is dat veen, net als olie, gas en kolen, leidt tot de uitstoot van CO2, wat weer leidt tot de opwarming van de aarde. Dit is helaas een feit waar we niet omheen kunnen. Juist daarom ben ik blij dat we het convenant hebben. We hebben anderhalf jaar geleden een sector breed convenant afgesloten, waarin we gefaseerd de bijdrage van fossiel veen gaan afbouwen en overschakelen op hernieuwbare grondstoffen. Dit is vooral ook een verzekering tegen plotselinge besluiten vanuit de politiek. Collega's uit Duitsland en Engeland zijn daar jaloers op. In Nederland is er duidelijkheid voor ondernemers over wat er moet gebeuren en op welke termijn dat moet gebeuren. Dit betekent echter wel dat iedereen nu aan de beurt is. Om te beginnen de potgrond fabrikanten. Als een potgrondleverancier alleen maar samengestelde meststoffen kan doseren, dan wordt het tijd voor een goed gesprek met deze leverancier. Want met de nieuwe grondstoffen zal het noodzakelijk zijn om enkelvoudige meststoffen bij te mengen. De tweede partij die aan de beurt is, is onvermijdelijk de teler. Ook daar gaat het voor een groot deel om bemesting en is het belangrijk dat er enkelvoudige meststoffen worden gebruikt. Dit betekent ook dat er analyses moeten komen en dat er kennis nodig is om op basis van die analyses aanpassingen te maken. Niet zomaar een aanpassing van "ik heb weinig kalium, dus we doen er een puntje bij", maar een goed doordachte aanpassing.
|
Kortom, iedereen zal weer terug moeten naar de schoolbanken om zich te laten bijscholen over deze nieuwe ontwikkelingen.
| |
|
Vaker water geven, maar minder water per keer
De hernieuwbare grondstoffen zijn over het algemeen droger en dat betekent dat het water geven veel preciezer moet gebeuren. Er moet vaker, maar met minder water per keer worden gegeven en veel systemen die nu nog in gebruik zijn, kunnen dat niet. Daarom zal er technisch wat aangepast moeten worden. Ook hier is er een noodzaak om te gaan meten om te weten wat er nodig is. Groene vingers volstaan niet meer in deze nieuwe situatie. Dit betekent dat er sensoren moeten zijn voor vocht. Het is dus duidelijk dat de overstap naar hernieuwbare grondstoffen voor groeimedia niet alleen betekent dat we moeten stoppen met het gebruik van fossiel veen, maar ook dat er technische aanpassingen nodig zijn in de manier waarop we de planten water geven en bemesten. Dit vereist niet alleen nieuwe hardware, zoals sensoren voor vocht, EC-gehalte en PH-waarde, maar ook nieuwe software, zoals computerregelingen die rekening houden met deze metingen. Het betekent ook dat er meer kennis en vaardigheden nodig zijn om deze nieuwe systemen te gebruiken en aan te passen aan de specifieke behoeften van verschillende plantensoorten. Kortom, iedereen zal weer terug moeten naar de schoolbanken om zich te laten bijscholen over deze nieuwe ontwikkelingen.
| Marco Zevenhoven |
|
|
Marco Zevenhoven (RHP) In de transitie naar minder veen is focus op kwaliteit van het substraat extra belangrijk
Marco Zevenhoven (RHP) besprak in zijn inleiding de transitie naar minder veengebruik in de substraatsector. Hij benadrukt het belang van kwaliteit van het substraat en het convenant dat is afgesloten om de milieu-impact te verminderen. RHP staat voor kennis en keurmerk. Zij werken samen met Delphy en andere partners om kennis te ontwikkelen en te delen. Er zijn 71 bedrijven betrokken bij het project New Growing Media om de transitie naar hernieuwbare grondstoffen te bevorderen en het gebruik van veen te verminderen. Advies van de RHP zou daarbij juist zijn dat kwekers juist in deze transitieperiode moeten kiezen voor RHP gecertificeerde potgrond. Kwekers moeten hier expliciet naar vragen bij hun leverancier is de aanbeveling van Zevenhoven.
Marco Zevenhoven: 'De overgang naar hernieuwbare grondstoffen moet stap voor stap plaats vinden. Dat moet echter wel veilig gebeuren. RHP is al betrokken geweest bij meerdere schadegevallen. Het doel van RHP is om de kweker hier zoveel mogelijk voor te behoeden. Het gebruik van hernieuwbare grondstoffen kan leiden tot schade aan planten en RHP werkt er hard aan om dit te voorkomen. RHP werkt samen met kwekers, substraat- en potgrondproducenten en grondstofleveranciers om de transitie naar hernieuwbare grondstoffen te bevorderen. RHP's taak is om ervoor te zorgen dat producten veilig zijn voor gebruik, en ze richten zich op risico’s zoals plantenziekten die met hernieuwbare grondstoffen mee kunnen komen, maar ook stoffen die toxisch kunnen zijn voor planten, de kleiner wordende pH buffer, etc.'
Zevenhoven heeft ook nog een primeur voor het publiek in Haaren. De RHP ontwikkelt momenteel een bijsluiter voor potgrond die de RHP producenten in 2024 gaan gebruiken. Hierin staan de belangrijke aandachtspunten genoemd, waar een kweker rekening mee moet houden van het specifiek potgrondmengsel dat wordt geleverd.
| Charl Goossens |
|
|
Charl Goossens (Valorisatielab en Boomkwekerij Gova)": Toepassen van nieuwe vezels: kip of ei?
Mijn naam is Charl Goossens en ik heb verschillende petten op. Ik heb een boomkwekerij in Nispen, Gova waar we laurier kweken. Vijf jaar geleden zijn we begonnen met proeven met veenvrij kweken. Vanuit de kwekerij zijn we ook een laboratorium gestart genaamd Varta, wat staat voor Valorisatie Agrarische Reststromen, Tuin & Akkerbouw. Dit is mijn tweede bedrijf en ik doe dit samen met mijn broer Jack Goossens. Ik sta hier nu met de pet van Varta op. Vanuit onze eigen ervaring hebben we gekeken of we bij Treeport Zundert met vijf boomkwekerijen proeven op kunnen zetten met nieuwe vezels. We willen kijken of het mogelijk is om 100% veenvrij te kweken. Gewoon 200 planten tussen een partij van 1000 planten zetten om te kijken wat er gebeurt. Staat het inderdaad sneller droog? Heeft het inderdaad andere meststoffen nodig? Dit soort vragen willen we beantwoorden. We doen veel monsternames. We doen dit onderzoek samen met Groeibalans. Het bedrijf van René Jochems en René van Gastel. Zij kijken vooral naar de microbiologie van de potgrond en wat daar gebeurt. Een van onze meest kritische leden was Van der Peijl Hortensia. Ze waren zeer kritisch toen we de eerste keer bij hun kwamen, omdat hun hortensia's niet goed stonden en niet wilden groeiden. Maar aan het einde zag ze wel dat ze wel bijgetrokken waren. Dat ze nog niet zo groot waren, maar dat ze wel groener waren met meer wortels in de pot.
|
We nemen de kwekers mee in deze transitie
| |
|
We nemen de kwekers mee in deze transitie: Je moet anders gaan kweken en de kwekers moeten allemaal samenwerken. We hebben elkaar allemaal nodig. We willen de kwekers laten zien wat er gebeurt als je met nieuwe vezels werkt en hoe je dit kunt implementeren in je bedrijfsvoering. Het onderwerp van mijn speech was de kip of het ei. Wanneer gaan we naar nieuwe vezels kijken? Natuurlijk moet de vezel veilig zijn, maar we moeten ook vooruitkijken en onderzoeken wat er mogelijk is. We kijken bijvoorbeeld naar wilgenvezels. Wilgenbast bevat salicyl. Dit materiaal kan als biostimulant worden gebruikt. Je kunt het gaan destilleren en als biostimulant op de markt brengen. Er wordt nu een project opgezet waarbij gekeken wordt naar de mogelijkheden om wilgen te kweken en te gebruiken in verschillende toepassingen, waaronder mogelijk als alternatief voor potgrond. Er zijn al verschillende proeven uitgevoerd en er zijn zes kwekers betrokken bij dit project, die worden ondersteund door het Hagelunie Innovatiefonds en de provincie Zuid-Holland. Het doel lijkt te zijn om te onderzoeken of wilgenvezels een duurzaam alternatief zijn voor bestaande materialen en producten. En hoe deze vezels het beste kunnen worden gebruikt.
|
Er wordt nu een project opgezet waarbij gekeken wordt om wilgenvezel te gebruiken als alternatief voor potgrond
| |
|
| Arie Schipper (Delphy BV) |
|
|
Arie Schipper (Delphy BV): Teeltsturing, houdbaarheid in de keten en kosten van veenvervangers zijn een uitdaging.
Arie Schipper van Delphy BV geeft aan dat teeltsturing, houdbaarheid in de keten en kosten van veenvervangers een uitdaging zijn. Hoewel zij als Delphy graag de samenstelling van het substraat aan anderen overlaten, is het telen op dit substraat wel hun verantwoordelijkheid. Het veenvrij telen is volgens Schipper een verfijning van wat we altijd al deden. Het is belangrijk om bepaalde aandachtspunten te meten, te bemonsteren en ervaring op te doen. Schipper adviseert om je te verdiepen in enkelvoudige meststoffen en vooraf na te denken met welke nieuwe aspecten je te maken krijgt. Hij benadrukt dat grondstoffen veilig moeten zijn en dat men daarop moet letten. Ook moeten telers zich afvragen of hun bedrijf erop is uitgerust om te telen zonder veen en of ze voldoende kennis hebben van enkelvoudige meststoffen. Schipper denkt dat de enkelvoudige meststoffen een goede vervanging zijn voor de samengestelde meststoffen. Daarnaast adviseert hij om goed te communiceren met de substraatleverancier over wat er in het mengsel zit en wat men daarvan kan verwachten. Ook raadt hij aan om te letten op de effecten van houtvezel en bark en om het personeel bij te scholen over deze ontwikkelingen. Schipper benadrukt het belang van de verhoudingen in meststoffen en het bijsturen van de pH-waarde van het uitgangswater. Hij adviseert om de droogte van het substraat in de gaten te houden. Ten slotte wijst hij op de kosten van veenvrije substraten en adviseert hij om deze discussie neer te leggen bij de afnemers.
| Fons van Wezel (Plant Market) |
|
|
Fons van Wezel (Plant Market): Engelse groene sector komt in opstand tegen peat free ambities, maar het balletje rolt
Fons van Wezel is directeur eigenaar van Plant Market in Zundert en is bezig met de overname van een grote Engelse kwekerij genaamd Boningale. Hoewel hij nog geen veen of potgrond gekocht heeft voor de kwekerij, heeft de aankondiging van de peat free ambities in Engeland wel voor de nodige paniek gezorgd. De Engelse kwekers en de handel zijn zich namelijk bewust van hun afhankelijkheid van import uit Europa, waaronder Nederland, Frankrijk, België en Italië.
|
Hoewel 2030 een realistisch haalbare, maar lastige opgave was, is dit nu onder druk van milieuorganisaties naar voren gehaald
| |
|
De Engelse kwekers zijn zich zeer bewust van de noodzaak om ook veenvrij te gaan telen gaan en natuurgebieden beschermen. Hoewel 2030 een realistisch haalbare, maar lastige opgave was, is dit nu onder druk van milieuorganisaties naar voren gehaald. Dit is vergelijkbaar met de stikstofregels in Nederland die de boeren in de problemen brachten. In Engeland is het gebruik van tuinturf nu al verboden en vanaf volgend jaar mogen tuincentra veen niet meer in zakken verkopen. Alleen nog maar veenvrije vervangers. Voor professioneel gebruik zou het gebruik van veen tot 2030 mogen worden voortgezet, maar ze willen de datum naar voren halen naar 2026. Dit met uitzondering van champignonteelt, stektrays en enkele andere lastige toepassingen. Ondanks de uitdagingen denkt Fons van Wezel dat er ook kansen liggen voor kwekers, zoals bijvoorbeeld bedrijven die kluitenstekers gebruiken om een mooie kluit te steken die zo in een pot kan worden geplaatst. Fons van Wezel is van mening dat er al veel is gezegd over substraat en dat het wel goed zal komen met de transitie. Hij wil graag ook aandacht vragen voor de digitalisering. Aangezien dit essentieel is voor de handel. Ook met oog op alle quarantainemaatregelen voor ziektes zoals Phytophthora ramorum en Xylella. De koper moet uit de data kunnen afleiden dat er een veenvrij mengel is gebruikt zoals je ook nu al hebt met de PZ status van de veldkeuring of het soort plastic pot. Er moet nog meer data mee in het aanbod worden verwerkt. Van Wezel is van mening dat de digitalisering nu eindelijk goed op gang moet komen en dat er moet worden nagedacht over nieuwe datasets om alles goed te kunnen specificeren en delen. Hij ziet dat Varb daar al mee bezig is.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Fleetexpo
|
woensdag 13 november 2024 t/m donderdag 14 november 2024 |
|
|
|
| |
Sima 2024
|
zondag 24 november 2024 t/m woensdag 27 november 2024 |
|
|
|
|
|
|
|