Belgische bioboer lijdt tienduizenden euro's verlies door drift van onbekende herkomst |
|
| SUBSTRATEN EN BODEMBIOLOGIE |
|
|
|
|
 |
| 97 sec |
Bron besmetting blijft onbekend
Een Vlaamse hopteler moet een partij biologisch geteelde hop vernietigen, omdat daarop te veel residu is aangetroffen van propamocarb. Dit is een toegelaten fungicide voor bepaalde akker- en tuinbouwgewassen tegen diverse aantastingen, zoals valse meeldauw en phytophthora.
| Hop is een gevoelige plant |
De agrarische sector werkt hard aan een duurzamere teelt door het terugdringen van middelengebruik en normoverschrijdingen. Aan de ene kant geldt steeds strengere regelgeving voor driftreductie waaraan je als teler bij het gebruik van (toegelaten) middelen moet voldoen. Aan de andere kant wordt in de praktijk gezocht naar manieren om drift nog verder te reduceren, bijvoorbeeld met behulp van precisietechnieken. Toch kan het nog wel mis gaan, blijkt uit een verhaal op het Vlaamse agrarische platform Vilt.
Zelfs niet goed genoeg voor gangbaar
Een bioboer moet vier ton aan hopoogst vernietigen. Bij een controle werd op een van de stalen van zijn hop 0,146 milligram propamocarb per kilo aangetroffen, terwijl 0,05 de limiet is. Die limiet geldt voor biologische hop en verder voor alle teelten waarvoor het middel niet toegelaten is. De hop is daarom zelfs niet verkoopbaar in het gangbare circuit.
Voor gewassen waar het middel wel is toegelaten liggen de limieten anders. Bij tomaten is de maximum residulimiet van propamocarb 4: een getal vóór de komma. Bij sla is het zelfs 40. Er wordt gezegd dat dit middel tot een kilometer ver kan verstuiven in de atmosfeer, terwijl hopranken juist gevoelig zijn voor zulke besmetting. Adviseurs van akkerbouwers in de omgeving houden zelfs rekening met gevoelige hopteelt. Maar in dit geval blijkbaar met onvoldoende effect.
Bron onbekend
De schade voor de hopteler loopt in de tienduizenden euro's. Omdat de bron onbekend is, zal de verzekering bovendien geen schade vergoeden. Een ramp, zo noemt de teler de hele situatie: als dit zich gaat herhalen, kan hij zijn bedrijf wel stoppen. Niet dat hij collega-telers in gedachten - het is immers onbekend waar het residu vandaan komt - iets verwijt: die doen gewoon volgens de regels hun werk.
|
|
De strenge regelgeving voor driftreducerende technieken zijn voor de hopteler geen geruststelling
| |
|
Belplant, de Vlaamse vereniging voor gewasbeschermingsindustrie, wijst op steeds strengere regelgeving voor driftreducerende technieken. Voor de hopteler is het geen geruststelling. Hij is bang dat bij een volgende oogst hetzelfde kan gebeuren. Omdat de bron onbekend is, kan hij niets doen om herhaling te voorkomen. Heggen aanplanten helpt ook niet tegen dit soort drift, is zijn ervaring. De regels mogen wat hem betreft wel verder aangescherpt worden, want dat is blijkbaar nodig om problemen te voorkomen.
Een woordvoerder van de Vlaamse sectororganisatie BioForum geeft aan dat zij altijd positief staan tegenover driftreducerende maatregelen. Toch constateert men dat de maatregelen in dit geval ofwel onvoldoende zijn, ofwel slecht worden toegepast, of er zou een probleem moeten zijn met de vergunning van het gebruikte middel. Omdat de kwestie van de hopteler niet de enige is, pleit BioForum voor een 'schadefonds sproeidrift', waaruit dit soort schades kunnen worden vergoed.
| LOGIN
met je e-mailadres om te reageren.
|
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
|